Dr. Wim Simons, onze hoofdarts in PZ Sint-Annendael, schreef een opiniebijdrage voor De Standaard die vandaag verschijnt. Als burger maar ook als psychiater-psychotherapeut uit hij zijn bedenkingen over hoe het maatschappelijke debat en de besluitvorming over de aanpak van de coronacrisis de laatste dagen evolueren.
www.standaard.be/cnt/dmf20211205_98028344
Een samenleving van verontwaardigden
Niemand is gelukkig met de beslissingen van het overlegcomité. Niemand heeft het gevoel dat genoeg naar zijn of haar miserie is gekeken. Het lijkt er alleszins op dat sommige beleidsmakers er heel selectief hebben naar gekeken. Of zich beperken tot lippendienst. Tot frustratie van enkele andere beleidsmakers, en zeker ook van de vele hardwerkende hulpverleners, van wie ik er een ben. De vraag is of dit wel een compromis die naam waardig was: een besluit waarbij ondanks verschillende visies toch voldoende verbondenheid heerst om te blijven zoeken naar een echt gezamenlijk bevredigende conclusie?
Het hele vertoon is een illustratie van een diepere malaise waaraan we stilaan allemaal ten prooi vallen: ons collectief inlevingsvermogen erodeert. We lijken hoe langer hoe minder in staat om ons volgehouden empathisch op te stellen en daar dan naar te handelen en onderhandelen.
Onze mogelijkheid tot inleving wordt bepaald door verschillende elementen: de eigen graad van welbevinden, de mate waarin we ons verbonden weten met anderen, en de zingeving en betekenis die we aan ons leven ontlenen. Als het op die domeinen redelijk 'oké' met ons is, dan lukt het doorgaans aardig om met het perspectief en gevoel van de andere rekening te houden in wat we voelen, denken, zeggen, doen. Dat helpt enorm voor het vertrouwen in elkaar: als ik en de mijnen ons gezien en gewaardeerd voelen, dan kan ik ook jou en de jouwen zien en jullie in je waarde erkennen – en omgekeerd.
Het onophoudelijke pandemische bombardement van stressimpulsen van het voorbije anderhalf jaar zet die elementen meer dan ooit onder druk. We slagen er niet in om de andere over het masker heen echt diep in de ogen te kijken en te zien waar die mee worstelt. We worden hoe langer hoe meer ingeperkt door een innerlijk weg- terende eigen draagkracht en sociaal netwerk. We reageren met acties die zich situeren binnen een spectrum. Aan de mildere zijde gaat het dan om goedbedoelde (en vaak nodige) adviezen tot zelfzorg, assertiviteit en afgrenzing. Of het zoeken naar verbinding en samen herverdelen van wat er te doen staat.
Aan de meer verkrampte zijde leidt dit tot het volledig evacueren van verantwoordelijkheid en schuld naar de anderen. Of nog straffer: het rationeel ontpersoonlijken van die anderen over wie we 'logische' maar vaak kille en bedrieglijk rationele conclusies kunnen trekken ('we zijn gewoon met te veel op deze wereld', 'de oversterfte van dit jaar compenseert die van volgende jaar', 'we moeten de grenzen sluiten voor gelukszoekers', 'antivaxers hebben het zelf gezocht' …).
We lijken met z'n allen geleidelijk meer naar dat laatste te verschuiven. We worden daarbij ook steeds minder 'gehinderd' door richtinggevende ethische waarden. Dit geeft weinig hoop tot cultuuroptimisme. De afspraak met de geschiedenis van onze samenleving lijkt zich af te spelen op het schavot, in plaats van op de historische bühne.
Paradoxaal genoeg leven we ook in een tijd waarin zich daarover een collectieve entropie aan verontwaardiging ontspint. Steeds meer voelen we ons met z'n allen te weinig gezien, gehoord, begrepen, erkend. Met sloganeske exponenten zoals 'niet-mijn- regering', maar even goed de wokeness-cultuur als meer uitgesproken expressies, die ook weer de verbinding bemoeilijken.
Verontwaardiging: het is het woord dat onze tijd kenmerkt. Een treffend woord ook: ontnomen van enige waarde(n) en normen. Bepaalde politieke bewegingen claimen dat te willen oplossen, door het 'in ere herstellen' van de traditionele waarden en normen. Welke die dan precies zijn en hoe trouw ze daar dan zelf altijd aan zijn, is me niet altijd helder. En het is maar de vraag of de oude recepten nog gesmaakt zullen worden door de generaties van morgen. In ieder geval: duurzame, draagkrachtige eigentijdse pijlers om onze onomkeerbaar geglobaliseerde samenleving (neem het woord gerust letterlijk) recht te houden, ontbreken in onze ontzuilde maatschappij. Collectieve waarden zijn zeldzaam geworden, en de cohesie tussen mensen ook. Nu lijken vooral (gepercipieerde) lobbygroepen van belanghebbenden nog de drijvende, of splijtende krachten te zijn in de maatschappij en besluitvorming.
De bange hamvraag waar ik als vermoeide hulpverlener mee worstel: wanneer en hoe gaan we onze verontwaardigde samenleving naar de eenheid psychosociale intensieve zorgen brengen (als daar plaats is) en alles uit de kast halen om haar kalmte en verbindend vermogen te reanimeren? En als we het overleven, nadien inzetten op een lange revalidatie? En wie gaat het gezamenlijke en verbindende leiderschap daarvoor opnemen? Aangedreven vanuit een heldere, voldoende breed gedragen ethische leidraad van waarden die elke actie in dat project helpen beoordelen als 'het goede om te doen'?
Wim Simons